Geschiedenis

Een helpende hand

De geschiedenis van onze Stichting is grondig onderzocht en helder verwoord door historicus Ragdy van den Hoek. Het vertelt hoe in Venlo- en in Nederland over het algemeen met weeskinderen werd omgegaan en hoede ouderenzorg was geregeld alsmede het thema armoedebestrijding en liefdadigheid.

De naam van onze Stichting is niet hip, cool of trendy maar dat hoeft ook niet. We werken het liefst in de luwte, als een onzichtbare hand die hier en daar een steuntje in de rug geeft. Een boek uitgeven ligt dan ook niet direct voor de hand. Toch heeft het bestuur daartoe besloten. We zijn ook aan de komende generatie verplicht om de geschiedenis van de Burgerlijke Godshuizen vast te leggen.

In het kort

De geschiedenis van de Burgerlijke Godshuizen gaat terug tot 1577. In dat jaar schenken Johan de Verver en Anna Ingen Hauss hun gehele hof in Lobberich en een stuk grond in Leuth voor het onderhoud van de Venlose weeskinderen.

In de Franse tijd worden de godshuizen (het St.Jacobs oude mannen- en vrouwenhuis, het St. Joris Gasthuis en het weeshuis) samengevoegd tot Hospices Civils Burgerlijke Godshuizen.
In 1820 worden de bejaarden gehuisvest in een nieuwgebouwd pand aan de Grote Kerkstraat (27) naast het weeshuis (29). In 1865 wordt het gebouw van de Latijnse stadschool (31) aangekocht.

In 1961 is de nieuwe huisvesting Huize Beerendonck gereed en worden de gebouwen aan de Kerkstraat afgestoten. In de daaropvolgende jaren is de huisvesting voor ouderen verder uitgebreid met de (ver)bouw van de Juliana-flat, Nolensflat en Maria Regina. Huize Beerendonck wordt een zelfstandige stichting en in 1995 worden de overige accommodaties verkocht aan Woningbouwvereniging Venlo-Blerick (thans Woonwenz).

BurgerlijkeGodshuizen_boek
Het boek over de geschiedenis van de burgerlijke godshuizen ‘Een helpende hand’ is verkrijgbaar bij diverse boekhandels in Venlo.